| #ikbeneengroninger – Afl. 13 Polen Dat is Groningen
Sluit
Menu
#ikbeneengroninger – Afl. 13 Polen

Reportage

#ikbeneengroninger – Afl. 13 Polen

Op deze warme lentedag is het Stadspark ons decor voor dit interview. Nina woont er vlakbij. Ze komt hier graag, maar mist wel de vorige wijk waar ze woonde: “Ik woonde eerder in de Korrewegwijk en dat is eigenlijk nog steeds mijn favoriete buurt in Groningen. Het voelt een beetje als een dorp, maar dan wel met de faciliteiten van de stad. De mensen leven er langzamer. Het is er rustiger, groener en gezelliger. Ik woon nu vlakbij het station en de mensen lijken hier veel drukker.”

Nina is hier gekomen om te studeren aan de Minerva Academie. Ze heeft bewust voor Groningen gekozen, omdat de vibe van de stad en het jonge karakter haar zo aansprak. Ze vertelt over haar eerste weken hier: “Ik moest even mijn draai vinden, ik kende niemand toen ik hier kwam. Maar toen mijn studie eenmaal was begonnen, maakte ik snel vrienden. En dat zijn zowel Nederlanders als internationals.”

Ik vraag haar of ze verschillen opmerkt tussen Nederlanders en Polen. Ze vertelt dat het haar opvalt dat Nederlanders goed hun grenzen kunnen bewaken: “Iedereen is bereid je te helpen, zolang het niet te veel van hun tijd vraagt. Vrije tijd wordt hier heel erg gewaardeerd en mensen geven hun grenzen aan. In Polen zijn we nog wel eens geneigd om ons te overwerken.” Daarbij zegt ze ook dat Nederlanders een stuk duidelijker zijn: “Polen kunnen een boodschap nog wel eens romantisch verpakken, waardoor je niet altijd weet wat ze nu precies willen of bedoelen.”

Nina lacht als ik haar vraag wat ze het meest mist aan Polen: “Het brood! De Nederlandse broden zijn net kussentjes. Ze zijn zo fluffy, zo licht. In Polen hebben we brood met een harde korst en een stevige binnenkant.” Verder ziet ze vooral positieve dingen: “Ik kan hier beter leven, ik heb meer focus. De lucht is hier veel schoner dan in Warschau. Zeker in de winter is de vervuiling daar ernstig. Er zijn nog mensen die afval moeten verbranden om het huis warm te kunnen stoken.”